Adoro i biscotti e ultimamente adoro l'avena, su cui ho scritto un articolo per
Gastronomia Mediterranea. Ecco la ricetta che ho elaborato per l'articolo, e che poi ho fatto e rifatto cambiando il tipo di frutta secca a seconda di quello che mi ritrovavo in dispensa. Sono ottimi per svuotarla, sono ottimi come biscotto da portarsi in borsetta si esce senza colazione: un solo biscottino sazia incredibilmente a lungo.
L'ispirazione viene da
questa ricetta di Yotam Ottolenghi, tratta dal suo libro
Sweet.
Biscotti all’avena
Ingredienti per circa 30 biscotti
150 g gherigli di noci
200 g farina 00
55 g farina di mais bramata (quella normale, non quella finissima)
150 g fiocchi d’avena (jumbo oats)
1/2 cucchiaino di sale grosso macinato con il macinino o pestato
225 g burro a temperatura ambiente tagliato grossolanamente in pezzi da 3/4 cm
100 g zucchero di fiori di cocco (o zucchero scuro di canna)
1 cucchiaio di polvere di buccia di arancia secca, oppure fresca
2 cucchiai di scorzette di arancia candite tagliate a quadrettini piccini
125 g mirtilli (o uvette) disidratati ammollati in un bicchiere di marsala
Preriscaldatate il forno a 180° C/160° C se ventilato.
Spargete le noci su una placca da forno
e tostatele per 10 minuti. Toglietele dal forno ed una volta
intiepidite abbastanza per essere maneggiate, tritatele grossolanamente
con il coltello.
Mettete le noci in una larga ciotola ed aggiungete le farine, l’avena,
la polvere di arancia ed il sale. Mescolate e tenete da parte.
Aumentate la temperatura del forno a 190° C/170° C ventilato. Preparate 1 o 2 teglie con carta da forno e tenete da parte.
Mettete il burro e lo zucchero nella
ciotola di un mixer e montatelo a velocità media per circa 2 minuti fino
ad ottenere una massa spumosa marroncina. Aggiungete il composto di
farina e noci al burro e zucchero e mescolate delicatamente con una
spatola. Aggiungete le scorzette d’arancia e i mirtilli sgocciolandoli
con una forchetta dal marsala e incorporateli al composto.
Volendo si può versare l’impasto su una
superficie infarinata e spianarlo ad uno spessore di circa 5 mm.,
ritagliando con una formina da 7 cm di diametro dei biscotti tondi.
Se non avete voglia di stendere l’impasto, prelevatene piccole palline
con il porzionatore da gelato, schiacciatele bene tra le mani e
trasferiteli sulla placca da forno. Non si allargano molto in cottura,
quindi possono stare anche a mezzo centimetro di distanza l’un
dall’altro. Un altro ottimo sistema per perdere meno tempo è fare un rotolino di impasto nella pellicola trasparente, metterlo a rassodare in frigo e poi affettarlo come un salame. Perfetto da preparare in anticipo. In quest'ultimo caso però trovo che la friabilità del biscotto ne risente leggermente (molto leggermente), il sistema del porzionatore del gelato è preferibile se si ha tempo.
Cuocete per 18 minuti fino a che non siano leggermente
colorati in maniera uniforme. Togliete dal forno e lasciate da parte
fino a che non siano completamente freddi.
Regalateli subito tutti senza assaggiarli.
~~~ Nederlands
Ik hou van koekjes en de laatste tijd ben ik dol op haver, waarop ik een artikel schreef voor Gastronomia Mediterranea.
Dit
is het recept dat ik voor het artikel heb ontwikkeld.
Later heb ik
dit soort koekje vaak gemaakt en het type gedroogd fruit aangepast, afhankelijk van
wat ik in de voorraadkast vond. Ze zijn geweldig om restjes noten en fruit op te maken, maar ook om in je tas te nemen als je
vertrekt zonder ontbijt: een enkel koekje geeft lang een ongelooflijk
voldoening.
De inspiratie komt uit dit recept van Yotam Ottolenghi, ontleend aan zijn boek Sweet.
HaverkoekjesIngrediënten voor ongeveer 30 koekjes
150 g walnoten
200 g bloem 00
55 g maïsmeel
150 g havervlokken (jumbo haver)
1/2 theelepel grof zout gemalen met de molen of geplet
225 g boter op kamertemperatuur, grof gehakt in stukjes van 3/4 cm
100 g suiker van kokosbloemen (of donkere rietsuiker)
1 eetlepel poeder van droog of versgeraspte sinaasappelschil
2 eetlepels geconfijte sinaasappelschil in kleine blokjes
125 g gedroogde bosbessen (of rozijnen) gedrenkt in een glas marsala
Verwarm de oven voor op 180° C.
Spreid de walnoten op een bakplaat en rooster ze 10 minuten. Haal ze uit de oven en hak ze grof wanneer ze koud genoeg zijn om ze aan te raken.
Doe de walnoten in een grote kom en voeg beide soorten meel, haver, sinaasappelpoeder en zout toe. Meng en zet opzij.
Verhoog de oventemperatuur tot 190° C. Bedek 1 of 2 bakplaten met bakpapier en zet opzij.
Doe
de boter en de suiker in de kom van een mixer en klop het op
gemiddelde snelheid gedurende ongeveer 2 minuten tot een schuimige
bruinachtige massa.
Voeg het bloem- en notenmengsel toe aan de boter en de suiker en meng voorzichtig met een spatel. Voeg de geconfijte sinaasappelsblokjes en de uitgelekte bosbessen toe.
Je kunt nu het deeg op een met bloem bestoven oppervlak storten en het tot een dikte van ongeveer 5 mm uitrollen en vervolgens snijden met een metalen uitsteekvorm van 7
cm doorsnee tot ronde koekjes.
Als
je geen zin hebt om het deeg uit te rollen, neem dan kleine balletjes deeg met de
ijslepel, knijp ze goed in je handen en leg ze op de bakplaat. Ze breiden niet veel uit tijdens het bakken, dus ze kunnen ook een halve centimeter van elkaar liggen.
Een
andere geweldige manier om minder tijd te verspillen is om een rol
deeg in de transparante film te maken, het in de koelkast te laten
uitharden en het dan als een salami te snijden. Perfect als je het deeg van tevoren moet bereiden. In dit laatste geval, echter, vind ik dat de brosheid van het koekje
enigszins (zeer licht) minder wordt, het systeem met de ijsballetjesmaker heeft toch mijn voorkeur.
Bak de koekjes gedurende 18 minuten tot ze gelijkmatig licht gekleurd zijn. Haal ze uit de oven en laat ze helemaal afkoelen.
Geef ze meteen weg zonder te proeven als je slanke lijn je lief is...
Nessun commento:
Posta un commento